Het huis in verval.
Zonder een goed plan ben ik naar het huis in de Tarn gereden nadat ik het Chateau had verlaten, een plek waar mijn voormalige echtgenote en ik ooit onze vakanties doorbrachten. Zij had het huis destijds gekocht, verhuurd, en na verloop van tijd weer leeg zien staan omdat de huurder was vertrokken. Het water kwam door het dak naar binnen, “als op de Titanic,” hadden ze gezegd.
Bij aankomst bleek mijn sleutel niet meer in het slot te passen. Ze had het slot laten vervangen, vermoedelijk om mij dwars te zitten uit jaloezie. Toch had ik recht op toegang, zoals vastgelegd in een gebruiksovereenkomst via onze advocaat. Via een andere deur wist ik me uiteindelijk rechtmatig toegang te verschaffen.
Wat ik aantrof, tartte elke verbeelding. Het huis was compleet onbewoonbaar: vocht en schimmel zaten overal, de waterleiding in de muur was gesprongen, en water moest uit een naburig dorp worden gehaald. Mijn houten meubels waren aan het desintegreren; de lijmverbindingen lieten door het vocht volledig los. Het ergste waren echter de relmuizen, die het huis hadden overgenomen. Ze waren zo groot als eekhoorns en maakten 's nachts zoveel kabaal dat ik rechtop in bed zat van hun hoge kreten.
De kou was ondragelijk, vooral omdat ik de houtkachel niet open kreeg; hij was dichtgeroest. Na veel moeite wist ik de zijklep te forceren en kon ik eindelijk vuur maken. Dat liep echter ook bijna fataal af: de kachel begon zo hevig te branden dat de houten schouw vlam vatte. De hele kamer stond vol rook, en ik wist ternauwernood te voorkomen dat het huis afbrandde. In deze afgelegen regio zou de brandweer weinig hebben kunnen uitrichten, zeker niet zonder water.
Gelukkig kreeg ik een tip van een kennis over een man in de buurt, een nieuwe bewoner van een boerderij, die nog nauwelijks meubels had. Ik besloot alle te redden inboedel naar hem te verhuizen en kon daar tegelijkertijd comfortabel logeren.
In dezelfde omgeving had ik een afspraak met een stel dat off-grid op een berg woonde. Ik sloot me aan bij hun workshop over het bouwen van een dak en leerde hun levensstijl kennen. Tijdens mijn verblijf ontmoette ik andere gasten, die direct belangstelling toonden voor het dikke bamboebos rond mijn vervallen huis. Ze wilden het kappen voor bouwprojecten, en het leek een mooie kans om het huis nog enige waarde te geven.
Later werd ik door hen uitgenodigd om hun off-grid plek in de Pyreneeën te bezoeken. Dat bezoek liet een diepe indruk achter. Het eenvoudige, zelfvoorzienende leven sprak me enorm aan, en ik besloot dat ik zeker terug zou komen. Het idee van off-grid leven bleef sindsdien door mijn hoofd spoken.
*****

Reacties
Een reactie posten